Een vetorecht is een krachtig wapen,
maar je moet er wel verstandig gebruik van maken. Samenwerkende aandeelhouders houden
graag grip op de besluitvorming. Met name als het gaat om belangrijke kwesties.
In de statuten van de vennootschap of in een aandeelhoudersovereenkomst kan
worden opgenomen dat voor bepaalde besluiten de goedkeuring van alle
aandeelhouders nodig is. Zo heeft iedere aandeelhouder op die onderwerpen een vetorecht.
Met een vetorecht kun je voorkomen dat
er dingen gebeuren die je niet wilt. Dat is handig als je het niet eens bent
met de andere aandeelhouder(s). Maar dat gaat niet in alle gevallen op, zo
blijkt uit een casus, waar de Hoge Raad op 13 januari 2012 zijn oordeel over
heeft gegeven (LJN: BU4969).
Drie aandeelhouders werkten samen binnen
een BV. Één daarvan bezat in zijn eentje de meerderheid van de aandelen. De
andere twee waren (dus) minderheidsaandeelhouders. In een
aandeelhoudersovereenkomst was overeengekomen dat voor bepaalde besluiten
goedkeuring nodig zou zijn van de algemene vergadering van aandeelhouders, en
dat deze goedkeuring met algemene stemmen moest worden gegeven. Iedere
aandeelhouder kon dus een goedkeuringsbesluit tegenhouden.
Nadat er ruzie was ontstaan, ging één
van de minderheidsaandeelhouders structureel gebruikmaken van dit vetorecht.
Daarmee raakte de besluitvorming in een impasse, waardoor belangrijke
maatregelen die nodig waren voor het goed functioneren en de continuïteit van
de vennootschap werden geblokkeerd. De meerderheidsaandeelhouder en de andere
minderheidsaandeelhouder stelden vervolgens een uitstotingsvordering in tegen
de blokkerende minderheidsaandeelhouder. Zij wilden dat de blokkerende
minderheidsaandeelhouder veroordeeld zou worden om haar aandelen aan hun te
verkopen. Zij kregen in drie instanties (rechtbank, hof en hoge raad) gelijk.
Een vetorecht is een krachtig wapen, maar
maakt men daar verkeerd gebruik van, dan keert het zich tegen de gebruiker.
Kern van de zaak is dat in deze
procedure werd vastgesteld dat de betreffende minderheidsaandeelhouder misbruik
maakte van haar vetorecht, nu zij op onredelijke gronden tegen praktisch alle
voorgestelde besluiten stemde. Hierdoor kwam het voortbestaan en het
functioneren van de vennootschap in gevaar. Door aldus misbruik te maken van
haar vetorecht schaadde zij de belangen van de vennootschap op een zodanig
ernstige wijze dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid
niet kon worden geduld.
Hebt u opmerkingen naar aanleiding van dit bericht of wilt u reageren, dan nodig ik u daar van harte voor uit. U kunt gebruikmaken van het onderstaande dialoogscherm of een e-mail sturen naar harmsen@immix.nl.
Hebt u opmerkingen naar aanleiding van dit bericht of wilt u reageren, dan nodig ik u daar van harte voor uit. U kunt gebruikmaken van het onderstaande dialoogscherm of een e-mail sturen naar harmsen@immix.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten