woensdag 7 oktober 2015

Rabobank heeft binnenvaartschipper onvoldoende gewaarschuwd

Rabobank had een binnenvaartschipper duidelijker moeten waarschuwen dat een forward starting renteswap bij een financiering voor een nieuw te bouwen schip zeer riskant is. Dat besliste de rechtbank Zeeland-West Brabant op 12 augustus 2015.




Ganzestad exporteert een binnenvaartschip. In april/mei 2007 is er contact met de Rabobank over de financiering van een nieuw te bouwen schip. De verwachte bouwtijd bedraagt anderhalf jaar. De financiering bedraagt € 4,1 miljoen. Bij een vastrentende lening zou Ganzestad een bereidstellingsprovisie van 0,2% per maand moeten betalen. Als alternatief biedt Rabobank voor het financieringsbedrag een forward starting renteswap aan.


De nieuwbouw van het schip verloopt dramatisch en Ganzestad besluit daarom een ander schip te kopen. Dat schip kost anderhalf miljoen euro minder en dus heeft Ganzestad een lagere kredietbehoefte. Hierdoor ontstaat een overhedge van circa € 1,8 miljoen.


De bank legt twee opties voor: 1. Gedeeltelijke afkoop van de renteswap tegen betaling van het daarmee overeenkomende deel van de negatieve waarde, zijnde € 200.000, of 2. Het afsluiten van een nieuwe renteswap tegen een hogere vaste rente waarmee voormelde negatieve waarde wordt verdisconteerd. Ganzestad kiest noodgedwongen voor optie twee.


De rechtbank oordeelt dat er van dwaling geen sprake is. Als de van de bank ontvangen informatie onvoldoende helder was, dan had Ganzestad initiatief moeten nemen en zich de nodige inspanningen moeten getroosten om de strekking van de overeenkomsten te bevatten en te doorgronden.


De rechtbank oordeelt dat de bank wel een zorgplicht heeft (voortvloeiend uit artikel 7:401 BW) en zelfs een bijzondere zorgplicht (uit hoofde van de redelijkheid en billijkheid). In dit verband woog de rechtbank mee dat Ganzestad een kleine ondernemer is en een niet-professionele belegger, die de renteswap louter afsloot ter afdekking van renterisico’s en niet voor speculatieve doeleinden. Op grond van deze (bijzondere) zorgplicht moet de bank de klant waarschuwen voor bijzondere risico’s en voor het feit dat een voorgenomen constructie niet past bij diens financiĆ«le mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of deskundigheid.


Rabobank had op niet mis te verstane wijze en toereikend indringend niet alleen de voordelen aan Ganzestad moeten uitleggen maar met name ook de nadelen. Daarbij had Rabobank op voor Ganzestad begrijpelijke manier moeten wijzen op het allerminst uitgesloten risico dat een overhedge zou kunnen ontstaan.


De rechtbank wijst de ontbinding van de renteswap toe. Het debat tussen partijen moet nog worden voortgezet over de hoogte van de ongedaanmakingsverplichtingen over en weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten